Zaterdag 8 april is er een voor in de boekjes. Heerlijk doen waarvoor een zeekadet op aarde is: het water op. Prima van temperatuur en lekker zonnig konden we weer volop roeien en zeilen. Voor sommigen de eerste kennismaking dus voorzichtig en soms wat onwennig van start.
Terwijl twee vletten klaar werden gemaakt om het water op te gaan waren twee oudere kadetten bezig met het aan boord hijsen van de HAJO die de winter op de kant had doorgebracht voor onderhoud aan de romp. Daarna hebben zij de mast in hut 5 in de tweede laklaag gezet en ook de riemen in de bar. Ze moeten nu snel afgewerkt worden want volgende week is er een weekendkamp en dan liggen deze spullen in de weg en in mei moeten ze echt klaar zijn voor gebruik op het Alkmaardermeer.
Terwijl in het kombuis een gevecht gaande was met de geautomatiseerde techniek waardoor pikheet bijna te laat zou komen werd een vlet opgetuigd voor roeien en de tweede vlet voor zeilen.
Als er eigenlijk voor het eerst geen oudere kadetten zijn om de aanwijzingen te geven is het wel even zweten hoe zat alles nou, wat moet er allemaal aan boord, weet jij het nog? Toch konden de beide vletten redelijk op tijd losgooien en een eerste zeil en roeipoging was gestart. Naast het schip stond een dwarrel windje (als die er al was) en dat belemmerde de zeilers een beetje, maar verder richting Broekhornerbrug was de wind lekker om de eerste beginselen weer onder de knie te krijgen. De roeiers bleven voornamelijk in de luwte rond de boot om afmeer manoeuvres te oefenen. Even opletten dat je niet vergat het commando riemen op te geven! Het laatste blok werden de roeiers en zeilers gewisseld.
De TD is aan het afwerken van de nieuwe patrijspoort van hut 3 verder gegaan, conserveren en inventariseren welke aftimmering hergebruikt kon worden en wat nieuw moet worden gekocht. Daarna zijn zij verder gegaan met het aanbrengen van de demper in de afvoergassenleiding van diesel 2 in de generatorkamer.
Terwijl de kadetten aan het corveeën waren, was het goed toeven in de roeivlet voor het kader! Een goed voorbeeld is nooit weg?