Alle kadetten worden opgeleid in de basis vaardigheden die op het water nodig zijn. Dit zijn naast zwemmen (wat ze al moeten kunnen) het werken met touwen, splitsen en knopen, trossen waarnemen, keesje gooien. Natuurlijk is dit allemaal nodig voor het wrikken, roeien en zeilen.
Voor de bevordering naar tweede klas moet de kadet beschikken over de vaardigheden sloepgast twee (wrikken en roeien).
Voor de bevordering naar eerste klas moet de kadet beschikken over de vaardigheden sloepgast een dat houdt in alles voor sloepgast twee maar nu inclusief zelfstandig kunnen zeilen.
Voor de echte nauten onder ons bestaat dan nog de mogelijkheid om zich verder te bekwamen voor meestersloepgast wat betekent dat hij ook het standaard wedstrijd regelement moet kennen en de eerste aanleg van de vaardigheden aan alle zeilen en het roer van de WR1 (tweemast sloep in gebruik bij de Koninklijke Marine.